Sterke afname van aantal dieren en emissie ammoniak, geur en fijnstof in veehouderijsector Oisterwijk

donderdag 6 juni 2024

Het aantal dieren in de veehouderijsector in de gemeente Oisterwijk is de afgelopen jaren sterk gedaald. Met lopende of afgeronde ruimtelijke (bestemmingsplan)- procedures worden of zijn circa 15 veehouderijen beëindigd met als gevolg een afname van 60.000 dieren. Verder zijn vier principebesluiten genomen met een gezamenlijke afname van nog eens circa 58.000 dieren.

Koeien in de wei

In de periode tussen 2009 en 2024 is, ondanks de toevoeging van 47 Haarense veehouderijen bij de herindeling van 2021, sprake van een afname van het aantal dieren met 12% en van een afname van de emissie van ammoniak, geur en fijnstof van respectievelijk 24%, 19% en 25%. Tijdens de huidige bestuursperiode is het aantal dieren afgenomen met 6% en is er sprake van een afname van de emissie van ammoniak, geur en fijnstof van 12%, 16% en 10%.

Positief effect op leefomgeving

De forse afname van het aantal dieren vertaalt zich ook in een afname van de emissie van ammoniak, geur en fijnstof. Dat heeft een positief effect op kwetsbare natuurgebieden en het woon- en leefklimaat ter plaatse van omliggende gevoelige functies. Ook wordt hiermee een bijdrage geleverd aan onder meer een versterking van de omgevingskwaliteit en ontstening van het buitengebied.

Positieve trend

De afgelopen jaren zijn er binnen onze gemeente reeds diverse veehouderijbedrijven beëindigd en herbestemd naar een passende vervolgfunctie. Ook zijn er diverse lopende procedures. De verwachting is dat deze trend de komende jaren doorzet. Momenteel zijn er zeven aanvragen door veehouderijen ingediend om deel te nemen aan de  Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) of Lbv-plus regeling. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland beoordeelt de komende tijd deze aanvragen. Na een eventuele positieve beschikking is het aan veehouders te besluiten om wel of niet deel te nemen. Wanneer de veehouders besluiten om deel te nemen is de gemeente Oisterwijk aan zet om een passende vervolgfunctie toe te kennen.