Economische visie Oisterwijk: “Gastvrije, groene, toekomstbestendige werkgemeente” 

woensdag 10 april 2024

Het college van Oisterwijk heeft besloten om de Economische visie Oisterwijk 2024 – 2030 voor te leggen aan de raad ter vaststelling. In de visie is de ambitie vastgelegd dat Oisterwijk in 2030 een gastvrije, groene, toekomstbestendige werkgemeente is met een goed ondernemersklimaat, een gezonde arbeidsmarkt en een duurzame economie. In de economische visie is opgenomen waar kansen liggen voor de economie de komende jaren, hoe het vestigingsklimaat moet verbeteren en waar accenten worden gelegd. 

kwekerij

Ruimte om te ondernemen

Het sterk groeiende Midden en Klein Bedrijf (MKB) heeft behoefte aan uitbreidingsruimte. De visie gaat uit van revitalisering van bestaande bedrijventerreinen maar ook mogelijkheden van nieuwe terreinen worden onderzocht. Uit diverse onderzoeken komt een aanvullende vraag naar bedrijventerreinen naar voren van 8 tot 10 ha tot en met 2030. Uitgangspunt is vraaggericht ontwikkelen én met het juiste bedrijf op de juiste plek. Dat wil zeggen dat bedrijfskavels in eerste instantie zijn bedoeld voor bedrijven uit de gemeente Oisterwijk. 

Innoveren en verduurzamen

Innoveren en verduurzamen van bedrijven is een must voor de toekomst. Knelpunten op de arbeidsmarkt maken dit ook noodzakelijk. Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt moet beter, net als de energietransitie en klimaatadaptatie. Daarnaast moeten bedrijven en de bedrijventerreinen waarop ze zijn gevestigd verduurzamen. 

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Wethouder Anne Cristien Spekle vindt dat gemeente en ondernemers de ambitie samen waar moeten maken: “Lokale bedrijven en instellingen maken de lokale economie. Als gemeente moeten we zorgen voor optimale dienstverlening aan en communicatie met onze ondernemers. Daarnaast willen we ook verbinden en faciliteren. Een goed ondernemersklimaat is een gezamenlijke verantwoordelijk. Daarom is het ook zo belangrijk dat we deze visie samen met onze ondernemers, omwonenden en belangenorganisaties hebben opgesteld.”