Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2025

maandag 23 december 2024
Type bekendmaking: algemeen verbindend voorschrift (verordening)



Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2025

De raad van de gemeente Oisterwijk,

 

gelezen het voorstel van het college d.d. 12 november 2024,

afdeling Bedrijfsvoering,

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

b e s l u i t :

 

de verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2025 vast te stellen.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    minicontainer: een vanwege de gemeente uitgezet inzamelmiddel met een bepaald volume;

  • 2.

    verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer of ondergrondse container;

  • 3.

    gft-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • 4.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;

  • 5.

    grof gft-afval: tuinafval dat met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomt, doch dat te groot of te zwaar is om op dezelfde wijze als gft-afval aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;

  • 6.

    grof huishoudelijk afval: afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;

  • 7.

    perceel: een gebouwde onroerende zaak – of een gedeelte daarvan – dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt.

  • 8.

    gebruik maken: als bedoeld in artikel 15.33 Wet Milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel worden naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval gebruik wordt gemaakt van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruikmaken door het door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;

    • c.

      ingeval een gedeelte van een perceel ter gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ter gebruik heeft afgestaan, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • d.

      ingeval het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Vrijstelling

  • 1.

    Indien als gevolg van medische redenen, waaronder een stoma of thuisdialyse, sprake is van grote hoeveelheden extra afval, kan een verzoek worden ingediend voor een extra 140 liter restafval minicontainer voor het aanbieden van dit medisch afval. De ledigingen van deze extra 140 liter minicontainer worden vrijgesteld.

  • 2.

    De aanvrager dient bewijsstukken, afkomstig van huisarts of medisch specialist, te overleggen ter ondersteuning van het verzoek tot vrijstelling.

Artikel 5 Belastingtarief

De afvalstoffenheffing wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in Hoofdstuk 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal aanbiedingen per perceel, naast een vast bedrag per perceel, wordt aangemerkt als maatstaf van heffing van de in hoofdstuk 1 van de tarieventabel genoemde belastingen;

  • 2.

    Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing van de inzamelauto of van de op de inzamelauto geplaatste container herkennings- of registratieapparatuur waarmee de gegevens van de geledigde minicontainers worden opgeslagen geen automatische herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van de afvalstoffen per perceel dan wel groep van percelen voor alle betrokken percelen, ongeacht of de bij deze percelen behorende minicontainers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair aantal ledigingen per perceel dan wel groep van percelen vastgesteld.

  • 3.

    Het forfaitair aantal ledigingen per perceel als bedoeld in lid 2 wordt bepaald op het gemiddeld aantal ledigingen per periode zoals berekend bij de tariefstelling bij de begroting van het lopende jaar.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1 en onder 3 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag. Met dien verstande dat een (nadere) voorlopige aanslag kan worden opgelegd.

  • 3.

    De belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1 en onder 3 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 2 en onder 4 van de tarieventabel is verschuldigd per lediging van de container, dan wel per inworp in de ondergrondse container met gebruik van de afvalpas.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is: a. de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1 en onder 3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven; b. de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 2 en onder 4 van de tarieventabel verschuldigd over de na aanvang van de belastingplicht in het belastingjaar resterende periode.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onder 1 en onder 3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Vanaf het moment dat de belastingplicht eindigt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onder 2 en onder 4 van de tarieventabel niet langer verschuldigd, voor zover er door de belastingplichte ter zake van het voor het perceel beschikbaar gestelde inzamelmiddel geen gebruik meer wordt gemaakt na beëindiging van de belastingplicht.

  • 5.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 6.

    De belasting als bedoel in hoofdstuk 1, onder 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de eerste lediging in het belastingjaar.

  • 7.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8 lid 3 op het moment van doen van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 12 Overgangsrecht

De "Verordening afvalstoffenheffing 2024", laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2025".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op 12 december 2024.

de griffier,

Aletta van der Veen

de voorzitter,

Hans Janssen

Tarieventabel, behorende bij de ‘Verordening Afvalstoffenheffing 2025’

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

 

Vast bedrag

1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 183,72.

 

Bedrag per lediging

1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1. bedraagt de belasting per lediging van een:

  • a.

    minicontainer van 240 liter, bestemd voor restafval € 15,30;

  • b.

    minicontainer van 140 liter, bestemd voor restafval € 8,16.

1.3 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1, bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op verzamelcontainers, per belastingjaar € 85,92;

 

1.4 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1, bedraagt de belasting per inworp in een ondergrondse container € 2,30.

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.1.1 Onverminderd het bepaalde bij hoofdstuk 1. bedraagt de belasting voor het aanbieden van grof huishoudelijke-, puin en bouw- en sloop afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, Veldweg 8 in Oisterwijk:

  • a.

    per hoeveelheid van 0,00 tot 0,50 m3 € 15,00;

  • b.

    per hoeveelheid van 0,50 tot 1,00 m3 € 28,00;

  • c.

    per hoeveelheid van 1,00 tot 1,50 m3 € 41,00;

  • d.

    per hoeveelheid van 1,50 tot 2,00 m3 € 54,00;

  • e.

    per hoeveelheid > 2 m3 per m3 € 32,00;

  • f.

    per vuilniszak € 7,00.

2.1.2 Onverminderd het bepaalde bij hoofdstuk 1. bedraagt de belasting voor het aanbieden op de locatie Veldweg 8 in Oisterwijk van:

  • a.

    hout (a, b en c) per 0,5 m3 € 7,50;

  • b.

    dakleer per 0,5 m3 € 20,00;

  • c.

    gips per 0,5 m3 € 14,00;

  • d.

    grond per 0,5 m3 € 7,50;

2.1.3.1 Onverminderd het bepaalde bij hoofdstuk 1. bedraagt de belasting op het moment dat de nieuwe weegbrug in gebruik is genomen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, Veldweg 8 in Oisterwijk:

  • a.

    grof huishoudelijk afval per kg € 0,20;

  • b.

    hout (a, b en c) per kg € 0,20;

  • c.

    bouw- en sloopafval per kg € 0,20;

  • d.

    dakleer per kg € 0,20;

  • e.

    gips per kg € 0,20;

  • f.

    grond per kg € 0,20;

  • g.

    puin per kg € 0,20;

  • h.

    vloerbedekking per kg € 0,20.

2.1.3.2 het minimumbedrag per aanbieding bedraagt € 2,00

 

2.1.4.1 Onverminderd het bepaalde bij hoofdstuk 1. bedraagt de belasting voor het aanbieden op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, de locatie Helvoirtseweg 6b in Haaren van:

  • a.

    grof huishoudelijk afval per kg € 0,20;

  • b.

    hout (a, b en c) per kg € 0,20;

  • c.

    bouw- en sloopafval per kg € 0,20;

  • d.

    dakleer per kg € 0,20;

  • e.

    gips per kg € 0,20;

  • f.

    grond per kg € 0,20;

  • g.

    puin per kg € 0,20;

  • h.

    vloerbedekking per kg € 0,20.

2.1.4.2 het minimumbedrag per aanbieding bedraagt € 2,00

 

2.1.5 Onverminderd het bepaalde bij hoofdstuk 1. wordt geen belasting geheven voor het gescheiden inzamelen van:

  • a.

    asbest;

  • b.

    auto- en motorbanden;

  • c.

    tuinafval;

  • d.

    wit- en bruingoed (WEB);

  • e.

    frituurvet;

  • f.

    verpakkingsglas;

  • g.

    vlakglas;

  • h.

    kleding;

  • i.

     klein gevaarlijk afval (KCA);

  • j.

    harde kunststoffen;

  • k.

    plastic blik en drinkpakken (PDB);

  • l.

    luiers, incontinentiemateriaal of medisch afval;

  • m.

    ijzer;

  • n.

    papier en karton;

  • o.

    tempex;

  • p.

    matrassen.

Behoort bij raadsbesluit van 12 december 2024 tot het vaststellen van de verordening afvalstoffenheffing 2025

 

de griffier,

Aletta van der Veen

 

de voorzitter,

Hans Janssen